Nieuws en publicaties

Inconsequente ZW beoordelingen door verzekeringsartsen

12 september 2019

Medio augustus 2016 meldde Conny (fictief) zich ziek door fysieke klachten. Later bleek ook sprake van zwangerschap wat reden was om Conny ziek te melden bij UWV. Conny bezocht UWV arts nr. 1 die aspecifieke rugklachten noteerde als klacht en tevens vaststelde dat de klacht gerelateerd was aan de zwangerschap. Hierdoor ontstond recht op vangnet ZW-uitkering.
VA nr. 1 rapporteerde ook dat Conny wekelijks bekkenbodemfysiotherapie onderging.

Conny bleef ziek en ging daardoor over naar het WaZo verlof dat afliep per 21.12.2017. Aansluitend aan het verlof was Conny nog steeds arbeidsongeschikt en in februari 2018 werd Conny gezien door VA nr. 2 die als diagnose a-specieke rug- en bekkenklachten noteerde. De bekkenklachten waren voor VA nr. 2 aanleiding om te concluderen dat sprake was van ziekte ten gevolge van de bevalling. Weer reden om ZW uitkering te verstrekken. Volgens VA nr. 2 was Conny niet eerder bekend met bekkenklachten waardoor 21.12.2017 aangemerkt werd als nieuwe 1e ziektedag.

Werkgever was het hier niet mee eens en maakte zelf bezwaar dat ongegrond werd verklaard. VA nr. 3, een bezwaararts, deed onderzoek en stelde op basis van de stukken vast dat na afloop van het WaZo verlof sprake was van een andere ziekteoorzaak dan voor het verlof. Ook de bezwaararts concludeerde dat de bekkenproblematiek een nieuwe ziekteoorzaak was. Werkgever schakelde ons in voor het voeren van een beroepsprocedure bij de Rechtbank. Uit de tijdens de procedure ontvangen UWV rapportages bleek dat VA nr. 1 al op 30.03.2017 rapporteerde dat Conny wekelijks bekkenbodemfysiotherapie onderging? Vreemd genoeg vermeldde deze VA weer geen aanleiding voor het volgen van deze therapie? Conny vroeg op bij haar therapeut medische informatie op waaruit duidelijk werd dat de bekkenproblematiek al veel langer speelde.
Na het inbrengen van de nieuwe medische informatie rapporteerde de bezwaararts dat hij de inconsequentie in de rapporten van zijn collega’s tijdens de bezwaarfase niet had onderkend en bevestigde dat vóór en ná de WaZo periode sprake was van bekkenproblemen en dat de tijdvakken vóór en na WaZo bij elkaar geteld moesten worden. Werkgever kreeg wat werd nagestreefd!

Naschrift
Deze casus geeft inzicht hoe beroerd sommige ZW beoordelingen bij UWV worden uitgevoerd. Fouten maken is uiteraard niet te vermijden, maar de quick and dirty beoordeling door elkaar opvolgende VA’en in deze casus laat zien dat er nog veel, heel veel, te verbeteren valt. VA nr. 1 vermeldt wekelijkse behandeling door een bekkentherapeut maar gaat niet in op de reden voor de behandeling? VA nr. 2 stelt vervolgens doodleuk dat bekkenproblematiek niet eerder aan de orde was? Het heeft veel weg van het verhaal over de linkerhand die niet weet wat de rechterhand doet.

Wat valt er verder nog te melden over de beoordeling door de bezwaararts die geacht wordt de rapportages van zijn primaire collega’s kritisch te beschouwen? Het is wellicht beter om daar maar over te zwijgen! Beroep gegrond.

Auteur: Ad van Lieshout, www.lenm-advies.nl

Dit bericht delen:
Ad van LieshoutInconsequente ZW beoordelingen door verzekeringsartsen